

De Formule 1 is nu veiliger dan ooit, maar decennia terug verongelukte er elk jaar wel een coureur. Canvas kijkt terug op de dodelijkste jaren van de Formule 1.
Al geruime tijd is racen in de Formule 1 relatief veilig. Dodelijke ongelukken met coureurs zijn sinds 1994 niet meer voorgekomen. In dat jaar verloren twee rijders het leven op het circuit van San Marino. Eerst Ronald Ratzenberger in de training, een dag later de legendarische Ayrton Senna tijdens de race.
Veilig
Sindsdien is de Formule 1 zeventien jaar verschoond gebleven van dodelijke crashes. Dat is de langste periode in de geschiedenis van de sport. Vanzelfsprekend heeft het te maken met de verbeterde veiligheidsmaatregelen op en rond het circuit en in de auto’s.
Verziekt
Vroeger was dat anders. In de jaren zestig en zeventig was er bijna elk seizoen wel een dode te betreuren. Het was het gevolg van mechanische fouten, onveilige circuits, brand of menselijk falen. De sport was verziekt en ging stevig gebukt onder dit leed. Uiteindelijk accepteerden de coureurs het niet meer en begonnen een strijd om het gevaar uit te bannen. Canvas kijkt terug op de dodelijkste jaren van de Formule 1.