Je mobieltje als telescoop gebruiken? Aanstaande vrijdag kan iedereen meeluisteren naar Huygens. Deze Europese ruimtesonde staat sinds 14 januari op Titan. Na een reis van zeven jaar met NASA’s sonde Cassini landde Huygens op de grootste Saturnus-maan. Met Cassini als tussenstation zond Huygens de eerste beelden van deze maan-met-atmosfeer terug naar de aarde. De ontwerpers dachten dat Huygens na zijn afdaling aan parachutes maar een paar minuten zou overleven. Huygens bleef echter de volle vijf uur dat Cassini in de buurt was gegevens sturen. Nu zijn er aanwijzingen dat Huygens nog steeds actief is!
Als Huygens nog steeds meetgegevens uitzendt, vormen die een schat aan informatie over de omstandigheden op Titan. Astronomen over de hele wereld willen Huygens’ radiosignaal dan ook zo snel mogelijk opvangen, omdat elke dag de laatste kan zijn dat de sonde nog energie heeft. Om het extreem zwakke radiosignaal op te vangen is de hulp van het publiek nodig. Allemaal om half één naar buiten voor de Huygens-meting!
Nederland en België liggen het gunstigst
Aanstaande vrijdag komt Saturnus omstreeks 12.18 uur boven de oostelijke horizon op. Titan, die om Saturnus draait, is dan juist met de landingsplek van Huygens naar de aarde toe gekeerd. Om iets van de geluidssignalen op te vangen, draaien de grote radiosterrenwachten in Duitsland, Drenthe en Engeland hun schotels in oostelijke richting. Toch is de combinatie van al die radiotelescopen waarschijnlijk niet genoeg om de zwakke radiozender van Huygens op te pikken. Huygens heeft namelijk maar het vermogen van een mobiel telefoontje en staat op een miljard kilometer van de aarde.
Saturnus en zijn grootste maan Titan staan op een lichtuur van de aarde; iets meer dan een miljard kilometer ver. Cassini en zijn lifter Huygens deden er zeven jaar over om die afstand af te leggen.
Om zeer zwakke signalen op te vangen koppelen sterrenkundigen wel vaker allerlei radiotelescopen aan elkaar. Maar vrijdag staat een groot deel van de beschikbare schotels - in Noord- en Zuid-Amerika, Hawaii en Australië - aan de verkeerde kant van de planeet. Alleen West-Europa krijgt Titan even in het vizier.
Reuzenantenne Nederland
Geen probleem: met hulp van de bevolking kan er toch gemeten worden. Bijna iedereen heeft namelijk een mobiele telefoon. Mobiele telefoons zijn gevoelig voor radiosignalen. Via straalzenders communiceren ze met telecommunicatiesatellieten. Omdat deze satellieten het signaal weer terugkaatsen naar het aardoppervlak, kunnen grondstations voor satellietcommunicatie maar óók radiosterrenwachten, die vaak nog grotere schotelantennes gebruiken, het opvangen. Door alle mobiele telefoons te laten samenwerken, kunnen Nederland en België één gigantische radiotelescoop vormen.
Door samen te werken ontstaat een grote radioreflector met als brandpunt de syntheseradiotelescoop in Drenthe. Ook telescopen in Engeland (Jodrell Bank) en Duitsland (Effelsberg) doen mee aan de Huygens-meting.
Als mensen tussen 12.30 en 13.00 uur de straat op gaan en hun mobieltje richten naar het oosten, werken die tienduizenden mobieltjes samen als één grote radiospiegel. Het zwakke Huygenssignaal kaatst dan via de ruimte terug naar het oosten van ons land, waar het terecht komt bij de Drentse syntheseradiotelescoop. De verhoogde opbrengst zorgt ervoor dat deze telescopen het Huygens-signaal luid en duidelijk ontvangen. Hopelijk kunnen sterrenkundigen er door deze versterking achter komen wat Huygens de laatste maanden is overkomen.
Wat moet ik doen?
“Wie mee wil doen hoeft geen half uur lang met de arm omhoog te staan; dat houdt niemand vol,” vertelt de Nederlandse sterrenkundige prof.dr. Karel Scharrekop. “Wie mee wil helpen met de Huygens-meting hoeft tussen half één en één uur ’s middags maar vijf minuutjes de straat op - langer mag natuurlijk ook. Gemiddeld staan er dan altijd genoeg mensen om het Huygens-signaal te versterken.”
Huygens-meters moeten op ongeveer een meter van elkaar gaan staan met hun mobiel in de lucht: in zo'n formatie is de afstand tussen de mobieltjes gelijk aan de golflengte van het Huygens-signaal. De groep mobieltjes werkt dan als een ideale radioreflector.
“Iedere Huygens-meter moet zijn mobiele telefoon naar het oosten richten. Dat is ruwweg naar links als je neus naar de zon wijst. Huygens-meters moeten dicht bij elkaar gaan staan, één armlengte afstand is ideaal. Dat is namelijk ongeveer de golflengte van de Huygens-radio. Als de mobieltjes op die afstand van elkaar worden gehouden, werkt de menigte als een optimale reflector. Neem de hele schoolklas mee het schoolplein op, of sleep de collega’s vijf minuutjes naar buiten voor een pauze - en een unieke meting!”