Het nieuwsgeweld uit Neurenberg is al weer een weekje tot bedaren gekomen. Na talloze foto’s is het tijd voor een stukje tekst
Ik loop nu al een aardig tijdje in de verzamelaarswereld. Ik weet niet eens meer precies wanneer het allemaal begonnen is, maar dat is toch zeker dertig jaar terug. In het begin kocht ik ‘gewoon’ modelletjes zonder er al te veel bij na te denken. Wat ik leuk vond en wat binnen mijn budget paste kocht ik. In de loop der jaren is de collectie gestaag gegroeid. Tegelijkertijd ben ik zelf ook ‘gegroeid’ in die zin dat ik een visie begon te ontwikkelen op mijn eigen collectie. De vragen ‘waar wil ik naar toe’ en ‘wat past er in en wat niet’ zijn nu veel meer leidend bij aankopen dan pakweg vijftien jaar terug. Je moet domweg keuzes maken, het aanbod is werkelijk gigantisch. Tenzij je de staatsloterij jackpot hebt gewonnen is het toch al niet mogelijk alles te kopen wat je leuk vindt, laat staan dat je het allemaal een plekje kunt geven in een vitrine. Mijn motto is:“verzamelen is niet kopen maar kiezen”. Als je bij dat kiezen afgaat op wat je voelt voor bepaalde modellen, een periode, categorieën en dergelijke, krijgt je verzameling vanzelf een bepaalde identiteit die jouw verzamelaars’ziel’ weerspiegelt.
In die persoonlijke groei als verzamelaar zijn mij ook steeds meer de
trends en ontwikkelingen gaan opvallen. Enkele daarvan zijn voor de hand liggend, andere ben ik me geleidelijker bewust van geworden. Waar we nu misschien niet meer zo snel bij stilstaan maar wel één van de belangrijkste: acceptatie. Toen ik begon met verzamelen was de emancipatie van de verzamelaar net zo’n beetje in gang gezet. Rolf ten Kate, mede oprichter van de NAMAC schreef in Autovisie de rubriek ‘Autogekken op zijwegen’, een unicum dat een gerenommeerd autoblad structureel berichtte over een hobby die door veel mensen als kinderachtig of afwijkend werd gezien. Vandaag de dag zet niemand meer vraagtekens bij de geestelijke gezondheid van een volwassen vent als hij trots zijn nieuwste aanwinst toont.
Dat meer dan driekwart van de tegenwoordige modellen uit
China, specifiek de omgeving van Guangzhou, komt is inmiddels bekend. Minichamps was het eerste merk dat kwaliteitsmodellen in China liet maken. Europese modelfabrikanten krijgen het steeds moeilijker; de prijs wordt niet waargemaakt door de kwaliteit. Bburago, pionier op het gebied van goede en betaalbare grote modellen, kreeg te maken met de wet van de remmende voorsprong en sneuvelde. Het kon alleen onder de vleugels van Maisto, dat aanvankelijk Bburago met kwalitatief mindere modellen vanuit het Verre Oosten imiteerde, een doorstart maken. Alleen de gespecialiseerde handbouwers kunnen overleven door zich te richten op autotypen waar nog niet eerder een model van is gemaakt. In dit topic heb ik al vaker aandacht besteed aan de wonderlijke verbanden tussen producenten, handelsbedrijven en verkopers van de kioskseries, dus dat ga ik nu niet nog een keer doen. De impact op het verzamelen is in ieder geval zeer groot.
De invloed van
internet is immens. Dat geldt voor de ontsluiting van informatie, je hoeft niet meer wekelijks bij de speelgoedwinkel te vragen of de nieuwe modellen er zijn maar je abonneert je simpel op de email nieuwsbrief van de producent of online winkel. En dat geldt in nog veel sterkere mate voor de zo goed als grenzeloze handel. Dankzij Marktplaats, Speurders en vooral eBay is elke dag een ruilbeursdag en reizen elk moment duizenden miniaturen per vrachtauto, trein, boot of vliegtuig van de ene naar de andere uithoek van de wereld.
Wat mij erg is gaan opvallen is dat de nieuwe generatie verzamelaars heel anders is en handelt dan de oude (waartoe ik mijzelf reken ). Ten eerste hebben jonge verzamelaars van nu meer te besteden dan die van enkele decennia geleden. Schijnbaar achteloos worden maandelijks modellen van enige tientallen euro’s gekocht. Het aandachtsgebied is daarbij over het algemeen de schaal 1:18 en dan met name de moderne duurdere auto’s als Porsches, Ferrari’s, Aston Martins, BMW’s en Mercedessen, de laatsten vooral met ‘M’ en ‘AMG’ typeplaatjes. Ook Alfa’s supercar, de 8c Competizione (Welly en Bburago), is erg populair.
Een typisch verschijnsel van deze tijd:
elke behoefte dient onmiddellijk bevredigd te worden. Ook bij het verzamelen. De aankondiging van een nieuw model staat koud op het internet en op tal van fora klinkt: ‘die wil ik’, ‘die komt er’ of ‘hebbuh, hebbuh’. Het gaat zelfs nog verder, regelmatig verschijnen er polls met als insteek ‘welke modellen moeten er komen’. Waar voorheen de verzamelaar het aanbod als een vast gegeven zag ligt tegenwoordig de nadruk meer en meer op de vraag. Norev communiceert zelfs met verzamelaars via een eigen forum. Het speuren naar oudere zeldzame modellen lijkt minder interessant, splinternieuw en rechtstreeks uit de winkel heeft de voorkeur, liefst nog op de dag van de uitlevering. Het kunnen tonen van de nieuwe aanwinst via forums of weblogs zal daar vast een rol in spelen.
Ik geef toe, ik ben zelf soms een kniesoor bij het beoordelen van nieuw verschenen modellen. De nieuwe generatie verzamelaars is
nog veel kritischer. Er wordt een zeer vergaande detaillering verwacht en als die tegenvalt wordt het model genadeloos afgebrand. Die detaillering gaat meestal ook bijzonder ver, tot en met handschoenenkastjes die geopend kunnen worden en zachte gordels toe. Dat verklaart misschien ook de voorkeur voor grotere schalen. Ik zie een parallel met bijvoorbeeld mobieltjes, hoe meer er op zit hoe beter. Ondertussen is er steeds meer mogelijk dankzij nieuwe technieken in het ontwikkelings- en productieproces. Prijzen van tegen de 80 euro voor een model schrikken daarbij niet af. Een nieuwe trend zou wel eens de chip met geluid kunnen zijn; duw het model een eindje vooruit en je hoort de motor draaien. Op speelgoedmodellen al vrij gewoon, op nog heel bescheiden schaal komt het inmiddels ook al voor bij de serieuzere modellen.
Die trend van de vraag naar steeds verdergaande detaillering heb ik voor mezelf maar
‘gadgetisme’ genoemd. Op zich is er niks mis mee, tegelijkertijd lijken oudere modellen uit de gratie. De charme van het eenvoudiger model met simpele details lijkt minder aan te spreken. Okay, ze worden op Marktplaats en eBay nog volop verhandeld. Tegelijkertijd komen ze op forums die zich specifiek op miniaturen richten (en daar heeft de jongere garde de overhand) nauwelijks aan bod. Namen als Mebetoys en Polistil zijn onbekend. Ik heb daar op zich geen waardeoordeel over, vind het hooguit jammer dat er een soort tweedeling in de verzamelaarswereld lijkt te komen waarbij de passie niet wederzijds wordt overgedragen. Dat heeft weer als voordeel dat er wat minder mensen in dezelfde vijver zitten te vissen en de simpele, oudere modelletjes enigszins betaalbaar blijven.
Benieuwd of er meer mensen zijn die het zo (of anders) ervaren en wat er nog meer aan ontwikkelingen wordt gezien.