DE OMBOUW VAN EEN 1/43 ALFASUD
Voorwoord
Anderhalf jaar geleden kwam DeAgostini met het nieuwe model Alfasud. Geweldig! Eindelijk een nieuw model. Ik vatte meteen het plan op voor een ombouw naar mijn eerste autootje. Tijdens een gesprekje met een medeforumlid kwam ik op het idee om tijdens dit proces foto's te maken en hier een verslagje van de ombouw te plaatsen. Bij deze. Het is een heel verhaal geworden, dus ga er even voor zitten.
Een nogal uitgebreide proloog
De grasgroene Alfasud GD-47-XK. Het was m'n eerste auto en hij is verantwoordelijk voor geweest voor het Alfavirus dat zich onherstelbaar in mijn botten heeft genesteld. Jongens, wat was ik er trots op en wat heb ik me er een lol in gehad, maar... wat heeft hij me ook een ellende bezorgd.
Aankoop
Het begon al bij de aankoop zelf. We schrijven 1986. Ik liep er min of meer bij toeval tegenaan bij een niet nader te benoemen, nogal louche tweedehands-autohandelaar in Den Haag. Eigenlijk was hij met de 6900 gulden die ervoor werd gevraagd fors boven mijn budget, maar hij was ook wel erg leuk. Toch maar praten met de verkoper dus, en niet bepaald zonder resultaat. Tot mijn verbazing kreeg ik de prijs naar beneden tot 5600 gulden! Ik moest dan wel afzien van de 3 maanden garantie. Nou, als ik daar 1300 gulden mee kon besparen deed ik dat graag en aldus werd de koopovereenkomst getekend. Ik kon het nauwelijks geloven.
Helaas was ik de enige niet, ook de baas van die toko kon het kennelijk niet geloven. En niet accepteren. Ik kreeg een telefoontje van hem dat dit toch echt niet kon en dat ik de auto voor 6500 gulden mocht meenemen. Aan de getekende koopovereenkomst had hij geen boodschap ("dan zorg ik gewoon dat die auto verdwijnt en dan heb je niets meer aan dat papiertje"). Uiteindelijk heb ik na veel vijven en zessen de auto voor 6200 gulden gekregen. Maar toen ik hem ophaalde had de z*k wel alles wat los en vast zat eruit gehaald: radio, boxen, rolschermpjes, etc.
Achteraf vraag je je af hoe je het hebt kunnen accepteren, maar ik heb dat uiteindelijk wel gedaan. Ach ja, je bent jong en je wilt een Alfa.
Aanrijding
Maar al dat gedoe was snel vergeten. Ik was nu de supertrotse eigenaar van een grasgroene 5-deurs Sud 1.3. Twee maanden heb ik er met volle teugen van genoten, tot.... BOEM. Door een combinatie van onervarenheid en pech, na twee maanden al m'n eerste aanrijding. Ingrediënten:
- een nieuwe, mij nog onbekende linkerzijstraat op een verder volledig bekende weg
- een auto die daarin wil slaan en dus stil is gaan staan om te wachten tot hij het tegemoetkomende verkeer kan kruisen, op een plaats waar ik het dus absoluut niet verwacht
- een, door het stilstaan bij het zich kort daarvoor bevindende stoplicht in combinatie met de lichte regen, plotseling helemaal dichtbeslagen voorruit
- en m'n nog relatieve onbekendheid met de in tegengestelde richtingen werkende schuifjes voor warm en koud van het ventilatiesysteem van de Sud, waardoor ik tijdens het optrekken al puzzelend meer ónder de voorruit keek dan erdoor, voor zover dat sowieso al mogelijk was.
Uitkomst: de hele voorkant in elkaar, zo'n 2500 gulden schade.
Aanrijding revisited
De verf was nog nauwelijks droog of de volgende aanrijding volgde, binnen een maand na de eerste. In het schemerdonker reed ik op een kruising met stoplichten af. Ironisch genoeg begon het weer licht te regenen en ik herinner me nog hoe ik me bedacht, met de vorige aanrijding nog bijzonder vers in het geheugen, dat ik nu even extra goed moest uitkijken. De lichten waren groen en ik moest linksaf, maar voor links was er geen apart licht. Van de andere richting stond er ook een auto te wachten die naar links moest. Ik reed langzaam voor hem langs. Zijn ruiten waren beregend, dus ik kon er niet goed doorheen kijken. Ik moest er dus wel een stukje voorbij om om hem heen te kunnen kijken. Maar voordat ik überhaupt zicht had op de weg, scheen er opeens een stel koplampen door zijn ruiten heen en voor ik het wist... KNAL!!! Een tegenligger die rechtdoor moest en die, waar ik nog altijd van overtuigd ben, een extra dot gas had gegeven om het groene licht nog te halen, zat bovenop mijn linkervoorkant. Weer 3000 gulden schade. Een zich vergenoegd in de handen wrijvende man van de Alfa Workshop in Den Haag, die de schade mochten herstellen, raadde me later aan om hier maar geen gewoonte van te maken. Goeie tip, vriend, was daar maar eerder mee gekomen!
Het wrange aan beide ongevallen was, dat ik weliswaar in mijn jeugdige bravoure over het algemeen best stevig doorreed, maar dat daar in beide gevallen op dat moment absoluut geen sprake van was.
Dagelijkse frustraties
Tot aan de grande finale hebben zich er nog zat dingetjes voorgedaan, deels gewoon des Suds, deels met dank aan de vorige eigenaar en deels misschien gewoon pech, maar al met al erg veel voor de twee jaar die ik erin heb gereden: - ruitenwissers die er plotseling mee stopten tijdens een stortbui op de snelweg
- een linkerkoplamp die regelmatig op half zeven brandde, vergezeld van zwak oplichten linkerrichtingaanwijzers
- gejatte C-stijl-emblemen
- een verdeler die bij het starten PANG zei, waarna de motor uiteraard niets meer deed (losgeschoten asje)
- koplampen die het opeens beide helemaal niet meer deden, waarna de Workshop constateerde dat er niets meer klopte van de zekeringen en dat de hele dash eruit moest op het op te lossen ($$$$!)
- het linkervoorscherm en de linker koplamp in de prak (alweer!) door een parkeerschade, door zo'n misselijk paaltje dat niet boven je motorkap uitkomt; de koplamp heb ik vervangen met een gebruikt exemplaar, het scherm heb ik nooit meer laten repareren
- het gaspedaal dat bij vorst op een gegeven moment na het starten op de bodem vast bleef hangen. Ik kan jullie verzekeren, het brullen op 6500 toeren van een ijs- en ijskoud boxertje gaat door merg en been.
En dit is alleen nog maar wat ik me nu, 20 jaar later, nog herinner.
Grande finale
Intussen waren er ook twee met enige regelmaat terugkeren problemen begonnen: de Sud weigerde consequent te starten bij vochtig weer en koude motor (lees: 's ochtends wanneer ik naar mijn werk moest) en de handrem bleef eens in de zoveel tijd hangen. Het startprobleem is nooit meer helemaal opgelost, ondanks de vele bezoekjes aan verschillende garages, waarbij zo'n beetje alles wat met de ontsteking te maken had wel is vervangen en steeds het hele zaakje ruimschoots met vochtwerende spray werd behandeld. De handrem, daar had ik zelf wat op gevonden. Als ik een klap gaf op een palletje in de motorruimte schoot hij weer los.
Tenminste, tot die ene keer dat hij met de neus naar voren op de oprit van de garage van mijn ouders geparkeerd stond. Het had gevroren en wat ik ook probeerde, ik kreeg de handrem niet meer los. Starten en even warm laten draaien zou waarschijnlijk wel hebben geholpen, ware het niet dat hij daar uiteraard weer eens geen zin in had. Daar stond hij dus. Om de handrem los te krijgen moest ik hem zien te starten en om hem te kunnen starten moest hij eerst van de handrem af, om hem te kunnen aanslepen of om hem zodanig neer te zetten dat een andere auto ernaast kon worden gezet voor startkabels. Uiteindelijk hebben we hem aan zijn trekhaak door de handrem heen de straat op getrokken, maar niet voordat ik had gezworen per direct een andere auto te gaan zoeken. De koppeling was inmiddels ook al zover heen dat er nauwelijks nog mee te rijden viel en kom op zeg, genoeg is genoeg! Ik had het helemaal gehad met mijn eerste liefde!
Epiloog van de proloog
Na enkele dagen had ik een mooie Sud Sprint Veloce gevonden met weinig kilometers, want ondanks alles moest en zou de volgende weer een Alfa zijn, en heb ik het oude Sudje ingeruild. Maar hij had nog een laatste verrassing voor me in petto. Toen de Sprint nog even voor wat laatste dingetjes een dag naar de garage terug moest, kreeg ik het Sudje weer mee als ruilauto. Ze hadden hem enigszins opgelapt, dus er viel wel weer mee te rijden. Maar toen ik 's middags weer terug wilde, kwam bij het starten de choke vast te zitten in de volledig uitgetrokken positie. Alleen stond hij niet open, starten was er dus niet meer bij...
En zo kwam er een einde aan een periode van twee jaar vol ellende, frustraties, ongemakken en teleurstellingen. En toch, ondanks alles, als ik terugdenk aan mijn eerste autootje is dat altijd met warme gevoelens. Want áls hij het gewoon deed, man wat had ik en dán een plezier mee!
Nooit, maar dan ook echt nooit had ik verwacht, dat mijn gifgroene kwelgeest ooit nog opnieuw zou komen rondspoken. Maar tijdens de inmiddels anderhalf jaar geleden begonnen ombouw van de Alfasud Blue van DeAgostini, om daar zijn beeltenis uit te creëren.... ik zweer je dat ik zijn geest heb gezien.
De ombouw
Prepareren
De basis voor alles, de Alfasud Blue van DeAgostini. Niet helemaal hetzelfde als de mijne, want het is een 5-deurs Sud, maar dat moet in orde komen.
Fase 1: strippen. Alles laat zich redelijk makkelijk verwijderen. Alleen voor de ramen moet er heel even de boor aan te pas komen, aangezien die vastgeklonken zijn. Ik boor redelijk probleemloos door het bovenste stukje van de klink (of hoe noem je zoiets eigenlijk?) heen en voor ik het weet zijn de ramen verwijderd, onbeschadigd en wel.
He, Alfavaganza, dat nummerplaatje kan er ook nog af hoor!
Voor de onderkant van het vierkante nummerplaatje is er een uitsparing gemaakt in het bodywork. Aangezien de mijne gewoon een lange nummerplaat had, zal ik die uitsparing dicht moeten maken. Geeft niets, het is niet het enige dat aan de body bijgewerkt zal moeten worden.
De fantastisch gedetailleerde embleempjes op de C-stijlen vormen een uitdaging. Deze bestaan bij mijn beste weten niet als decals en zijn met hun 1 mm breedte veel te klein om goed na te maken. Ook zijn ze op geen enkele manier in één stuk van de body te verwijderen. Waarschijnlijk geprint dus. Na wat nadenken besluit ik dat mijn beste optie zal zijn om te af te plakken voordat ik ga spuiten. Voor de blanke-laklaag kan de afplaktape dan weer worden verwijderd. Dit is nodig om te proberen een enigszins gladde overgang te krijgen en bovendien om de embleempjes te beschermen bij het polijsten.
Zoals gezegd moeten er diverse aanpassingen aan de body plaatsvinden. De gaten voor de ruitenwisser zijn echt veel te dik, die maak ik dus dicht. Het gat in het dak dat er voor de antenne zat moet natuurlijk ook dicht en zoals al genoemd moet het stukje bodywerk onder de nummerplaat worden bijgewerkt. Tot slot moeten de naden van de 5de deur dicht. Ik merk dat ik geluk heb dat er een fout in de Sud van DeAgostini zit: de naden lopen door onder de achterlichten. Mooi, want voor de 4-deurs heb ik ze nodig. Dat scheelt weer naden trekken, wat in het harde zamac niet eenvoudig is.
Ik heb overwogen om de achterruit te verbreden. In principe zou dat eigenlijk wel moeten, want zonder 5de deur is de achterruit wat breder, maar dat zou ook betekenen dat ik de oorspronkelijke ruit niet meer kan gebruiken. En ook het verbreden in het zamac zelf zou een behoorlijke klus zijn. Daarom besluit ik om de ruit te laten voor wat hij is en alleen de naden dicht te maken.
Putty krimpt aardig bij het drogen (en nog lang daarna!) dus zorg altijd dat je er ruim voldoende op smeert. Als het gedroogd is kan de overtollige putty vrij makkelijk weer worden weggeschuurd.
De putty is droog en het overtollige materiaal is weggeschuurd. Bij het plaatwerk onder de nummerplaat was dat nog een uitdaging. Het vlakken aan de achterkant was natuurlijk geen probleem, maar daarna moest ook het richeltje aan de bovenkant van het bijgewerkte stuk mooi glad en strak worden gemaakt, zeg maar het stukje recht onder de nummerplaat. Om dit voor elkaar te krijgen heb ik een stukje raamwerk van oude foto-etsdeeltjes gebruikt, waar ik een klein stukje schuurpapier omheen heb gevouwen. Zo zorg ik dat het randje strak blijft en niet te afgerond wordt, en dat bovendien de bovenkant mooi recht wordt.
De oude lak er volledig afhalen is veel werk en waarschijnlijk onnodig, dus ik heb het wat opgeschuurd. Na een wasbeurt met een oude tandenborstel en een afwassopje (nóóit handzeep gebruiken!), waarmee ik de body reinig van het schuurstof en van eventuele vette vingers, ben ik klaar om er overheen te spuiten.
Spuiten...
Wel even beginnen met een lichte spray. Zo minimaliseer ik de kans dat de nieuwe lak reageert met de door DeAgostini gebruikte lak. Met elkaar reagerende lakken zijn zeker geen denkbeeldig risico, vooral niet wanneer je autolakken gebruikt zoals ik, en kunnen het spuitwerk volledig ruïneren.
Nadat de eerste lichte laag is gedroogd volgt een dikkere laag. Het hele model zit nu goed in de grondverf.
En nu valt het me pas op.... had ik niet iets moeten afplakken? AAAAAAAAARGH! Vergeten! Grote sukkel die je daar bent! Ik zal voor de C-stijl-embleempjes een andere oplossing moeten bedenken. Gelukkig heb ik daar nog even de tijd voor. Veel meer, om precies te zijn, dan ik op dit moment ook maar kan vermoeden.
Nu de grondverf erop zit kan je pas goed zien of de bijgewerkte bodystukken wel echt glad zijn geworden. Het is heel gebruikelijk dat er op dit moment nog wat correcties moeten plaatsvinden. Zo ook hier. Bij het dichtgemaakte gat in het dak bleek bijvoorbeeld nog een bobbel te zitten, die mij voor het gronden niet was opgevallen. Ook op andere plekjes was nog een lichte optimalisatie nodig.
Na weer licht opschuren, een wasbeurtje en een nieuwe laag grondverf is dit het resultaat. Het stukje plaatwerk onder de nummerplaat is heerlijk strak geworden. Voldoening in een vroeg stadium
Intussen heb ik me ook met het interieur beziggehouden. De bekledingkleuren van het DeAgostini-model kloppen niet helemaal met mijn grasgroene monstertje en als je een bestaande auto namaakt, moet je het wel goed doen. Het interieur krijgt dus een andere kleur.
Ik blijk geen enkele foto te hebben van het interieur van de Sud. De kleur van de bekleding heb ik wel aan andere foto's kunnen zien, maar hoe zagen de deurpanelen er nou ook alweer uit? Na diep peinzen herinner ik me dat er chroomkleurige strips op zaten, die de zwarte gedeelten scheidden van het bruine middenstuk. Voor dit soort werk heb ik een klosje fijn zilverdraad liggen. Een paar stukjes recht maken, met hele kleine druppeltjes secondenlijm vastzetten (goed opletten dat je je vingers niet mee lijmt!) en op maat knippen.
Het was even een gepriegel, maar het resultaat ziet er goed uit. Wat uit dit fotootje wel duidelijk wordt is dat onbehandeld zilverdraad snel dof wordt en zwarte plekken krijgt. Altijd met blanke lak behandelen dus, was ik even vergeten. Ik heb ze later weer schoongemaakt en de blanke lak aangebracht.
Ooit lang geleden had ik al eens een spuitbusje verf gekocht. De kleur was volgens het label voor een Fiesta, maar het kwam redelijk dicht in de buurt van wat ik me van de Sud herinnerde. Eerst had ik maar even een stukje proefgespoten op een oude modelletje dat ik voor dit soort probeersels heb staan. Hmmm... redelijk metallic. Maar goed, het kan ermee door. Dus de body van de Sud ermee behandeld.
Even een beetje in een klein potje gespoten, zodat ik daarmee het Alfahartje met een fijn kwastje van de bodykleur kan voorzien. Dat had mijn 1:1 Sudje ook. Dat is natuurlijk niet origineel, waarschijnlijk een creatieve uitspatting van de vorige eigenaar, maar ik heb het altijd leuk gevonden.
Na enkele dagen goed laten drogen heb ik hem gepolijst. Ik gebruik daarvoor Micromesh, een soort heel fijn schuurpapier op rubberen, licht gevoerde doekjes. Voor de kenners, ik gebruik de grids 3200, 4000, 6000, 8000 en ten slotte 12000. Daarna nog even afwerken met Meguiar's Mirror Glaze en hij staat te glimmen als een spiegeltje.
Polijsten is altijd een priegelwerkje bij 1/43, zeker bij stukken van het oppervlak met hoekjes, bollingen en vouwtjes, maar het loont absoluut. Hier een uitvergroting van de dakjes van voor en na de behandeling.
Maar mooi gepijlst als hij nu is, krijg ik een steeds ontevredener gevoel over de lak die ik heb gebruikt. Dat de kleur groen achteraf gezien toch nét niet de juiste was, is tot daar aan toe, maar de metallic is zó zwaar aanwezig... het lijkt in die lak verdorie wel een kermisautootje! Ik weet dat me best een hele klus te wachten zou staan als ik het overnieuw zou gaan doen, want als ik hier nou nog weer nieuwe lagen overheen zou spuiten, zou de verflaag wel heel erg dik worden. Dat wordt dan dus een kwestie van afbijten en volledig opnieuw gronden, kleur spuiten, blanke lak spuiten en polijsten. Maar ik weet ook dat ik hier nooit meer doorheen zal kunnen kijken. Altijd als ik het modelletje zal zien, zal dat kermisgevoel me weer bekruipen en zal ik er weer van balen. Na lang beraad en moed verzamelen besluit ik dus om dan toch maar de juiste verf te gaan kopen en het modelletje van voren af aan opnieuw te spuiten.
...en weer kaal maken
Eerst moet de oude verf van het modelletje af. Ik zet het modelletje daarvoor in remolie gedompeld weg. Na ca. 24 uur zou de verf al aardig los moeten komen. Nou, dat klopt wel, voor wat betreft de groene verf tenminste. Na 24 uur is de remolie gifgroen geworden en hangen de vellen erin. Maar de fabrieksverf van DeAgostini, die er nog onder zat, werkt een stuk minder goed mee. En tot mijn verbijstering (gewoon nooit bij stilgestaan) merkt ik dat iets anders wél uitstekend meewerkt: de putty is zo zacht geworden als nat zand...
Uiteindelijk na een week in de remolie weken en na veel voorzichtig schrapen en trekken, geeft ook de fabrieksverf zich gewonnen. Het modelletje is eindelijk helemaal kaal en na het erg goed gewassen te hebben om er zeker van te zijn dat alle resten remolie verwijderd zijn, ben ik opnieuw aan de gang geweest met de putty.
Moet je trouwens eens kijken hoe mooi scherp de lijnen van zo'n diecast zijn, zonder de dikke verflaag.
Nu ik dan toch het een en ander opnieuw ga doen om onvrede over het model in de toekomst te voorkomen, besluit ik tegelijk dat ik het achterruitje ook maar gewoon correct wil hebben. Dan maar een nieuw setje ruitjes maken. Tja, als je er eentje doet moet je ze allemaal doen, anders is het geen potje.
Ik heb de zijkanten en de bovenkant weggevijld tot vlakbij de naden van de 5de deur. Deze naden kunnen dan goed als afscheiding dienen voor de zwarte rand om de achterruit heen. Ik hoef ze dan bovendien niet dicht te maken ook, scheelt weer.
Sukkels!
Over wat er daarna volgde moeten jullie het met een stukje tekst doen.
Ik had dus nieuwe, correcte lak nodig. Op dus naar een goed bekend staande verfspecialist in Gouda, waarvan ik wist dat hij kleuren op code gemengd kon leveren. Gewapend met de op internet opgescharrelde kleurcode stapte ik daar binnen. Het gesprek ging ongeveer zo:
"Goedemiddag. Ik heb begrepen dat u spuitbussen autolak kunt leveren die op kleurcode worden gemengd?"
"Ja, dat klopt."
"Okee, mooi. Nou werk ik met Duplo en met Motip spuitbussen, kan ik daar dan gewoon de blanke lak van gebruiken om het af te werken?"
"Ja hoor, geen probleem."
"Prima! Graag een bus van deze kleurcode dan."
"Kom in orde meneer, over een week ligt hij klaar."
Een week later dus de bus opgehaald en datzelfde weekend aan de slag. Na al die toestanden was dan toch het grote moment aangebroken: ik kon het modelletje gaan spuiten met originele, 100% correcte "verde faito metallizzato". Het was even doorbijten geweest, maar ik had er weer echt zin in!
Tijdens het spuiten merkte ik dat deze lak zich wel wat vreemd gedroeg. Hij spoot niet soepel en leek erg dik. Ik had er veel meer van nodig dan normaal om een gladde laag te krijgen en de spuitmond zat binnen no-time helemaal verstopt. Gelukkig heb ik er altijd wel een paar op voorraad liggen, van oude opgebruikte spuitbussen, dus vormde dit geen groot probleem. Ook merkte ik dat na het spuiten de verf zo plakkerig bleef. Ik ben gewend dat autolak na een minuut of vijf a tien al stofdroog is en na zo'n 20-25 overgespoten kan worden met blanke lak. Maar na een half uur plakte de verf op het stokje waarop de body was gespiest nog steeds. Tja, dan maar het zekere voor het onzekere nemen en wachten met die blanke lak. Toen het plakkerige er na drie volle dagen wachten nog steeds niet af was, besloot ik dat het waarschijnlijk gewoon een eigenaardigheidje was van deze verf en maakte ik me klaar voor de behandeling met de blanke lak. Ik spoot eerst het dakje en toen een van de zijkanten. Toen ik het modelletje omdraaide voor de andere zijkant schrok ik me lam. De lak op het dak was compleet aan het verschrompelen! Wat was dit!!!
De volgende dag dus maar meteen met onze verf-"specialist" in Gouda gebeld.
"Goedemorgen. Ik heb een week geleden een spuitbus verf bij u opgehaald, maar het gaat helemaal mis. Het spuiten zelf ging al niet lekker, maar nu ik de blanke lak erover heb gespoten verschrompelt alles helemaal."
"Wat voor soort verf heeft u?"
"Nou, gewoon. Een spuitbus autolak."
Ik hoorde de man zwaar zuchten.
"Acryl of synthetisch?"
"Huh? Weet ik veel? Ik heb om verf gevraagd die ik kon afwerken met Duplo of Motip blanke lak, maar dat gaat niet goed."
Het geduld van de verkoper die ik aan de lijn had liep verder terug.
"Is het acryl of synthetische verf, meneer? Pakt u de bus erbij, het staat erop."
"Oh, nou, momentje" ik de bus erbij pakken "Goh, ik weet niet. Wacht, er staat hier 'SYNT' in een hoekje, is dat het?"
"Ja. Dat is dus synthetische lak en dat gaat natuurlijk niet samen met acryl zoals Duplo en Motip."
"Ja verdorie, ik heb het speciaal nog nagevraagd!"
"Dat kan niet meneer, uitgesloten. We lichten onze klanten altijd in en we geven ze altijd de keuze tussen acryl en synthetisch."
WAAAAT??? Wat dacht deze arrogante kwast wel niet! "Dat kan niet"??? Nee, ik ben gek zeker! Ik slikte mijn woede zo goed en kwaad als het ging in.
"Luistert u eens meneer, ik zal toch zelf wel weten wat ik heb gevraagd toen ik die verf bij u kwam bestellen? Ik heb duidelijk nagevraagd of ik het in combinatie met Duplo of Motip kon gebruiken en er is mij duidelijk te kennen gegeven dat dit het geval was."
"Meneer, ik zeg u net: dat kan niet!"
Goed, deze mensen gingen mij dus nooit meer terug zien, al zijn ze de laatste verfzaak op de wereld.
"Nou, mooi is dat! Dus ik kan deze lak net zo goed weggooien?"
Het feit dat ik er niet langer tegenin ging stemde de man aan de andere kant van de lijn kennelijk milder.
"Nee, het kan wel, maar u moet de lak dan wel minimaal drie weken laten drogen voordat u de blanke lak er overheen spuit."
Terwijl ik in mijn gedachten de man alles toewenste wat ik maar kon bedenken, mompelde ik zo mat als ik het er maar uit kon krijgen een volledig ongemeend "nou, dank u wel dan" en hing ik op.
Het goede nieuws was dus dat ik geen nieuwe lak hoefde te kopen. Het slechte nieuws was dat ik dus weer helemaal opnieuw kon beginnen en dat ik het helemaal had gehad met dit model. Ik heb hem nog opnieuw afgebeten, opnieuw met putty behandeld en opnieuw gegrond en kleur gespoten. Maar de drie weken die ik moest wachten voordat ik de blanke lak kon gaat spuiten, werden er zo'n 65. Ik had het na de gedwongen pauze behoorlijk druk en ik had er bovendien gewoon geen zin meer in om het project weer op te starten.
Nieuwe start
Het is april 2009 en ik ben eindelijk weer verder gegaan met de Sud. Bij het weer tevoorschijn halen valt direct op dat er een luchtbelletje in de putty heeft gezeten, want op het dak zit er een nadrukkelijk putje in de lak. Tegen beter weten in hoop ik dat dit zich nog op zal vullen met blanke lak. Maar één voordeel heeft het lange wachten wel: na meer dan een jaar drogen kan ik er nu 100% zeker van zijn dat ik geen ellende meer krijg met de lak. En inderdaad, ik merk tijdens het spuiten dan wel dat er iets meer sinaasappeleffect optreedt dan normaal, maar dat is geen ramp. De mate waarin dit gebeurt laat zich zonder problemen wegpolijsten. Toch? Nou, op zich klopt dat wel. Op zich wel...
Na drie dagen begin ik met het polijsten. Als eerste is het dakje aan de beurt en het wordt spiegelglad. Vervolgens doe ik de motorkap. Wanneer ik met de eerste zijkant begin kijk ik nog eens over het dakje heen en ik zie.... sinaasappeleffect! He??? Krijg nou wat! Na meer dan een jaar drogen van de kleurlaag en na drie dagen drogen van de blanke-laklaag, reageert er nog steeds iets! Opnieuw wordt ik kwaad op die prutsers in Gouda en opnieuw neem ik me voor om daar nooit, maar dan ook nooit meer langs te komen. Behalve dan misschien met een baksteen in mijn hand. Nou ben ik helemaal niet het type om met bakstenen te gaan gooien, maar de gedachte daaraan lucht in ieder geval een beetje op.
Met angst en beven rond ik het polijsten verder af. Het dakje en de motorkap, waar het sinaasappeleffect nu ook voorzichtig begint, kan ik niet opnieuw polijsten. Als ik namelijk door de blanke lak heen zou gaan, ben ik alwéér terug bij af en daar heb ik geen zin meer in. Maar dan moet het natuurlijk niet te gek worden met dat sinaasappeleffect.
Gelukkig blijft het redelijk binnen de perken. Vreemd genoeg blijven de zijkanten er volledig van bespaard en het dakje en de motorkap zijn nog altijd redelijk wat gladder dan niet gepolijst spuitwerk. Als je van dichtbij kijkt zie je het wel hoor, dat het niet helemaal glad is, maar ik vertik het om me er nog druk om te maken. Genoeg is genoeg en ik wil dit modelletje nou wel eens af hebben.
Het spuitwerk is dus klaar. Het afbouwen kan beginnen.
Afbouwen
Voor het afbouwen zijn er tal van detailonderdeeltjes nodig. Sommige omdat de door DeAgostini neergezette Alfasud Blue die gewoon niet heeft, sommige omdat ze weliswaar op die Sud zelf wel zitten, maar DeAgostini het niet op het modelletje heeft doorgevoerd (je zou het bijna vergeten als je hem ziet, maar het blijft een goedkope diecast) en sommige omdat ze wel op de DeAgostini zitten, maar daar gewoon te grof zijn. In die laatste categorie vallen de ruitenwissers. Ik weet dat ik een aantal van de detailonderdeetjes zelf zal moeten maken, maar gelukkig zijn mooie ruitenwissertjes gewoon te koop. Dit setje van verschillende maten heb ik bij Arjan de Roos gehaald. Ideaal, ik kan gewoon precies de goede maat uitzoeken.
Bij het boren van de gaatjes om de wissertjes in te bevestigen, zal later trouwens nog een boortje breken, waardoor ik met het resterende stukje boor op de motorkap terecht kom. Een klein putje is het logische gevolg, maar tegelijk springt er ook een wat groter schilfertje blanke lak af. Zoiets gebeurt dus ook niet met gewoon goede lak! Grrrrr, dat tuig in Gouda!!!
De ruitjes maken uit een velletje acetaat is een verhaal apart. De zijruitjes vallen wel mee, die ga ik gewoon aan de binnenkant tegen de body aanplakken. Maar het achterruitje zou op die manier wel erg diep komen te liggen. Ik maak dus een precies passend achterruitje met lipjes eraan, met een heel kort knikje, zodat hij op de juiste hoogte in de sponning komt te hangen.
Het voorruitje heeft me de meeste hoofdbrekens gegeven. Die is namelijk zowel van links naar rechts als van boven naar onder gebold en dat krijg je met een plat stukje acetaat niet zomaar voor elkaar. Maar gewoon plat erin zetten is geen optie, dat ziet er gewoon niet uit.
Ik heb nooit eerder voor dit probleem gestaan en ik besluit te gaan experimenteren. Ik klem met een lijmtang een stukje acetaat tussen het originele ruitje en een stukje stevig schuimrubber in, zodat het acetaat in de vorm van het originele ruitje wordt gedwongen. Vervolgens gaat dit geheel een minuutje in kokendheet water. Daarna afkoelen onder de koude kraan. Wanneer ik het stukje acetaat uit zijn sandwichpositie bevrijd, zie ik blij verrast dat het inderdaad heeft gewerkt. De bolling is weliswaar niet zo nadrukkelijk aanwezig als op het origineel, maar hij zit er wel degelijk, al valt dat op deze foto niet heel erg op.
Vervolgens op maar knippen en hem daarbij ook hier voorzien van lipjes.
De zijruitjes moeten nog worden voorzien van de zwarte stijltjes. Ik gebruik daarvoor altijd de chroomstrips van Tron, die ik van tevoren zwart verf. Bij deze chroomstrips moet je je een soort Bare Metal Foil voorstellen, maar dan dikker en stugger (en dus gladder wanneer ergens opgeplakt), voorgesneden op diverse breedtes en veel beter plakkend.
Het is vele malen makkelijk om deze strip erop te plakken voordat de ruitjes worden geïnstalleerd, alleen moet je dan wel goed weten waar en hoe je ze precies moet plaatsen. Om dat te bepalen gebruik ik de originele ruitjes als voorbeeld.
Helaas zal later na montage blijken dat ik ze er niet op de juiste positie op heb gelegd, waardoor de driehoekruitjes voor te klein zijn geworden en achter te groot. Jammer, de theorie klopte, maar dan moet je het wel goed uitvoeren.
Na montage zijn de zijruitjes trouwens nog voorzien van de onderste chroomstrip.
De lampen heeft DeAgostini eigenlijk al heel erg goed voor elkaar. Maar het kan altijd beter en daarom doe ik een paar aanpassingen. Ten eerste bekleed ik de plaats waar de koplampen komen met BMF (Bare Metal Foil). DeAgostini heeft hier zilververf zitten en dat ziet er al goed uit, met BMF zal het alleen maar nog beter worden. Op de foto zit dit er trouwens heel vreemd uit, geen idee hoe dat kan. De hele koplampruimte is gewoon bekleed met bright and shiny BMF.
Ook de andere lichten pas ik aan. Achter de lichtpartij achter komt ook BMF, maar met de witte achteruitrijlichten moet ik wel uitkijken. Achteruitrijlichten geven normaal gesproken een witte, melkachtige indruk. Verf je ze gewoon wit, dan klopt het beeld niet, maar ze moeten ook weer niet de helderheid van koplampen krijgen. DeAgostini heeft hierin al een beetje voorzien door deze lichten te voorzien van een redelijk dicht ribbelpatroon, maar dat doet nog niet genoeg naar mijn zin. Daarom verf ik de binnenkant van de achteruitrijlichten zelf met matte verf. Dat klinkt misschien raar, maar het effect is in combinatie met de BMF erachter prachtig en heel realistisch.
Aan de resterende lichten zelf, dus de knipperlichten voor en achter, de achterlichten en de remlichten, wil ik in eerste instantie niets bijzonders doen. Ik probeer dus hoe het staat met de BMF erachter, maar dat valt tegen. Veel te helder. Je ziet eigenlijk gewoon metaal met een laagje gekleurd "glas" er overheen. Dat moet anders. Nou is het met rode en oranje lampen altijd een beetje uitkijken. Je bent namelijk al heel snel geneigd om ze gewoon helder oranje en rood te maken. Dat staat best vrolijk allemaal, maar erg realistisch is het niet. Kijk je naar een echte auto, dan valt op dat ze, zolang ze niet branden, redelijk donker zijn. Ik verf de achterkant van deze lampen daarom met een wat donkerdere tint metaalkleurige verf (X-56 van Tamiya om precies te zijn) en het resultaat is precies wat ik ervan had gehoopt. Ik doe dat trouwens op de achterkant van de lampen en niet op de body om de simpele reden dat ik op de lampen zelf precies de scheiding zie met respectievelijk de koplampen en de achteruitrijlichten, die uiteraard schoon moeten blijven.
Deze aanpassing is een simpele. De zwarte wieldopjes op de DeAgostini zijn niet bijster nauwkeurig geverfd. Om het mild uit te drukken. Dat moet dus over. Met een zelf gemengde satijn zwart/donkergrijs, die ik vaak gebruik voor plastic delen van de auto, doe ik de wieltje over met een fijn penseeltje. Op een paar plekjes gaat er een ietsiepietsie naast, maar wanneer de verf eenmaal droog is, is dat redelijk eenvoudig weg te krabben met een hobbymesje.
Voor wie het nog niet in de gaten heeft: links is overgeschilderd, rechts nog in oorspronkelijke staat. Het is een klein detail, dat alleen best veel doet voor de totale indruk van het model.
Grill- en lampenpartij en bumpers geïnstalleerd, ruitjes geplaatst, wat details aangebracht. Heeee, dit begint zowaar daadwerkelijk ergens op te lijken.
De chroomstrips boven de zijruiten zijn met BMF gedaan. BMF is een soort superdun, zelfklevend aluminiumfolie speciaal voor de modelbouw. Het geeft een mooi en realistisch chroomeffect, maar het kan een bitch zijn om mee te werken. De bedoeling is om een stukje redelijk op maar uit te knippen, dit vervolgens op de juiste locatie op te plakken, goed aan te wrijven en uiteindelijk geïnstalleerd en wel precies op maat te snijden. Maar dit op het oog eenvoudige traject zit boordevol valkuilen.
Ten eerste is er de BMF zelf. Het is zelfklevend, maar zo verschrikkelijk goed kleeft het nou ook weer niet. Uiteindelijk komt het na verloop van tijd wel goed vast te zitten, maar tijdens het werken ermee moet je vreselijk uitkijken dat je het niet lostrekt. Gebeurt dat toch, probeer het dan maar niet opnieuw op zijn plaats te drukken, want op dat plekje van het model zal nooit meer BMF blijven kleven totdat je het goed schoonmaakt. Goed schoonmaken moet van te voren sowieso al, want het minste beetje vet of stof geeft gegarandeerd plakproblemen. Ten slotte heeft BMF ook nog een (niet vermelde) houdbaarheidsdatum. Is het te oud, dan plakt het ook niet meer. Bijkomend probleem is dat dit product lang niet overal vlot over de toonbank gaat en het risico daarom zeker aanwezig is dat vers van de winkel gehaalde BMF al niet goed meer is.
Zorg er verder voor dat de oppervlakte die je gaat beplakken goed glad is. De geringste oneffenheid wordt door de BMF tien keer uitvergroot.
Ook bij het snijden moet je uitkijken. Zorg dat je een goed scherp mesje hebt. Ik heb zelf een scalpel gekocht via eBay en dat werkt geweldig. Een gewoon hobbymesje dat enkele keren is gebruikt kan al te bot zijn, waardoor de BMF kan scheuren of van zijn plaats kan worden getrokken. Zorg er verder voor dat je vooral niet teveel druk zet op het mesje (het gewicht van het mesje zou al genoeg moeten zijn zegt men, maar ik moet bekennen dat ik zelf toch altijd licht aanzet), want dan snij je dwars door de lak heen. Gaat dat te hard, dan schilfert de lak eraf, vooral wanneer je noodgedwongen voor de tweede keer op een plekje bezig bent. Maar te weinig druk kan ook, want de BMF moet natuurlijk wel helemaal doorgesneden worden. Is hij op een plekje niet helemaal door, dan loop je het risico dat je bij het verwijderen van het overtollige materiaal, het goede gedeelte mee trekt of hier een scheurtje intrekt.
Een ander probleem bij het snijden is, dat je door het sterk spiegelende BMF en het eveneens spiegelende mesje, soms gewoon niet meer ziet waar je nou precies aan het snijden bent. Een knik of naad in de body, die zonder BMF zeer duidelijk te zien is, verdwijnt soms gewoon in alle spiegelingen.
De eerstvolgende keer dat ik met BMF ga werken, ga ik kijken of het helpt om het van tevoren met wat waterverf minder spiegelend te maken.
Tot slot: geen paniek wanneer er een klein stukje teveel afgaat. Kleine plekjes kan je nagenoeg onzichtbaar bijwerken met een goede zilververf.
Nu alles is gebeurd waarvan de kans bestaat, dat ik nog aan de binnenkant van de body moet zijn, zoals bumpers of lampjes die ik er misschien nog even af wil hebben en van binnenuit los wil duwen, gaat hij dicht. Het gaat nu met grote sprongen en de voltooiing lijkt nabij, maar vergis je niet. Er moet nog best veel gebeuren.
Ik maak hem nu al dicht om te voorkomen dat ik bij het dichtschroeven details op de body verruïneer. Je moet bij het dichtschroeven het model tenslotte redelijk stevig vast kunnen pakken, zonder per ongeluk onderdeeltjes eraf te stoten of vingerafdrukken in geverfde details te zetten.
Volgende detail: de nummerplaatjes. Deze bestaan uit op maat gemaakte en zwartgeverfte metalen plaatjes, met kale nummerborddecals erop geplakt. Deze decals komen van een set die Arjan de Roos zelf heeft ontwikkeld. Met de losse nummerbordlettertjes- en cijfertjes kun je met wat geduld elk nummerbord samenstellen dat je wilt.
Bij mij gaan zelfgebouwde modellen altijd ter bescherming in een BBR vitrinedoosje. Inmiddels is het model zover dat hij op de basis kon worden gemonteerd. Hiervoor houd ik ruwweg dezelfde criteria aan als bij het dichtmaken van het model: eerst doen waarvoor het beter is dat het modelletje nog los is en daarna direct vastschroeven. In de praktijk zijn op dit punt trouwens meestal alleen nog de echt kleine details over om te doen.
Nu hij op de basis is vastgezet is het tevens het moment om nog even met een poetsdoekje over de lak heen te gaan, om alle vetvlekken e.d. te verwijderen. Vanaf nu hoef ik het model zelf ten slotte niet of nauwelijks meer aan te raken.
Op de foto staan ook meer details, al dan niet al op het model aangebracht: op het model een piepklein rond metalen deeltje als antenne, een zelfgemaakte badgehouder en natuurlijk het inmiddels voltooide nummerbordje. Op het werkblad zie je zelf uit stukjes resin gebouwde spiegeltjes (zwart, bijna vierkant) en spiegelhoudertjes (langwerpig, zwart aan de uiteinden) en daarachter een op maat geknipt stukje decal voor het landenstickertje. De decalset van De Roos heeft deze landenstickertjes ook en zelfs ook in geel, maar ik had op de Sud een kleiner stickertje dan normaal en dus passen die van De Roos niet. Wel kan ik voor de N en de L nummerbordlettertjes gebruiken.
op de voorgrond liggen de kapjes voor de ventilatieroosters, in drie delen. Dit is weer een heel apart verhaal. Ik moest en zou die kapjes voor boven de ventilatieroosters op de motorkap hebben. Maar hoe maak je dat. Met mijn perfectionistische instelling, waar ik zelf soms dood en doodmoe van wordt, wilde ik ook nog dat de kapjes daadwerkelijk ietsje boven de roostertjes zweefden. Na heel veel piekeren en uitproberen van diverse ideeën, besloot ik uiteindelijk om deze kapjes te maken van stukjes acetaat. Wat een gepriegel was dat! De kapjes bestaan uit een kapje voor elk roostertje, aan de beide uiteinden een zijstukje en tussen de kapjes in een middenstukje. Zo dus:
(met dank aan Nero Serpente in het Alfasud Eigenaren topic; die referentiefoto had ik hard nodig!)
Ik wilde één deeltje maken met het middenstukje en de zijkantjes, die langs de achterkant met een dun stukje materiaal aan elkaar verbonden waren. Daarop zou ik dan twee losse stukjes acetaat als kapjes plakken, om op die manier wat ruimte te creëren tussen de roostertjes en de kapjes. En dat in dat minuscule formaat en dan moet het nog mee buigen met de ronding in de motorkap ook. Ik heb denk ik wel tien van die onderdeeltjes gemaakt. De ene paste niet, de volgende ook niet, die daarna brak in tweeën tijdens het uitsnijden, die daar weer na zag er goed uit, maar viel op de grond en is nooit meer teruggevonden (tja, dat krijg je met een doorzichtig onderdeeltje van ca. 1 bij 20 mm), etc, etc. Uiteindelijk na er letterlijk uren mee bezig te zijn geweest, had ik dan toch het onderdeeltje dat ik zo graag wilde hebben, om bij het uiteindelijke passen erachter te komen dat het middenstukje tóch niet echt lekker in het midden zat. Op dat moment heb ik dus het mes erin gezet. Ik heb het middenstukje er tussenuit gesneden en de te lange kant wat ingekort. Op het model wordt het pas weer één onderdeeltje, maar dat maakt niet zoveel uit, dat zal absoluut niet opvallen.
Maar als ik van tevoren had geweten dat het zoveel werk zou zijn, zoveel gepriegel en zoveel frustratie ook zou opleveren, dan.... tja, ik vrees dat ik het dan nog steeds net zo goed zou hebben gedaan. Je bent een perfectionist of je bent het niet.
Hier de buitenspiegels weer. De spiegelhuizen zijn, zoals al gemeld, uitgesneden uit stukjes resin. Voor het spiegelende oppervlak gebruik ik de eerder genoemde chroomstrips van Tron. die zijn echt perfect voor spiegeltjes. Ze blijven na het opplakken vanwege hun stugheid mooi vlak en spiegelen bij het leven.
Het maken van het spiegeltje zelf valt mee. Gewoon een vierkantje op maat uitsnijden en dan een heel klein stukje van de hoekjes eraf halen om er de afgeronde indruk aan te geven.
Bijna klaar, nog even volhouden. Dat vertelde ik mezelf toen ik aan dit onderdeeltje begon en ik vertel het ook maar aan de sporadische lezer die het tot hier heeft volgehouden (waarvoor hulde!).
Tja, dit onderdeeltje, het typeplaatje. Erg lastig, maar het moet er wel op! Weer gemaakt uit een zeer klein stripje acetaat, maar dan, hoe geef je daar een goede uitstraling aan? De makkelijke manier is om het gewoon zilver te verven met een zwart vlakje erin, maar dat staat niet goed. Hoewel de lettertjes zelf veel te klein en te moeilijk zijn om na te maken, moet wel de indruk worden gewekt dat er wat op staat. Ik heb dat op de volgende manier gedaan:
Eerst heb ik het stripje helemaal zwart geverfd en goed laten drogen. Daarna heb ik de beide zilverkleurige vlakken geverfd. Toen die verf half droog was, ben ik er met een speld in gaan kriebelen, waardoor op die plekken het zwart door het zilver heen kwam. Toen moest er nog zilver gekriebel in het zwarte vlakje komen. Zou je dat met een penseeltje proberen, dan kom je niet verder dan een grote zilverkleurige vlek die bijna het hele zwarte vlakje in beslag neemt. Dat moest dus anders. Ik heb een sateprikkertje genomen en daar een echt scherpe punt aan gesneden (als je in 1:43 werkt lijkt de punt van een sateprikker opeens onnoemelijk stomp!). Vervolgens heb ik die punt heel voorzichtig als "kwastje" gebruikt voor de zilververf.
De C-stijl-embleempjes heb ik trouwens uiteindelijk op een soortgelijke manier opgelost: ik heb kleine stripjes gemaakt van de Tron chroomstrips, die zwart geverfd en achteraf met een mesje de randjes en het midden schoongekrabt. Het haalt het uiteraard niet bij de embleempjes van DeAgostini, maar zolang je er niet met je neus bovenop zit ziet het er best geloofwaardig uit.
De laatste stap. Eigenlijk had ik al min of meer besloten dat ik de trekhaak ging overslaan. Maar toen het model bijna af was, ben ik daar toch nog op terug gekomen. Van wat stukjes staaldraad/staaf in verschillende diktes, een minuscuul kraaltje en wat zeer dun (knipbaar!) maar nog net stevig metaal heb ik bovenstaande trekhaak gefabriceerd. De contactdoos is van twee stukjes plastic gemaakt. Het model moet weer even met de achterkant los van de basis om het goed te kunnen bevestigen.
Het Resultaat
En dit is hem dan. Na vele, vele uren werk, talloze frustraties en geruzie met Goudse verfbeunhazen, heb ik mijn Sudje in 1 op 43.
Gelieve bij het bekijken van de onderstaande foto's "Conquest of Paradise" van Vangelis op te zetten, zodat de juiste sfeer ontstaat. Beschikt u niet over dit nummer, dan voldoet elke andere "it-was-a-tough-fight-but-we-made-it" filmmuziek ook.