Ziehier mijn 'verhaal' , is alweer van een heeeeele tijd geleden
Dit verslag heb ik even van mijn site geplukt.
De eerste keer dat ik bewust een Alfa zag, dit klinkt misschien gek, maar ik weet het nog goed was in de zomer van 1965 of 1966 en ik was een jochie van 14 of 15.
Ik zat naast mijn moeder in de auto en wij stonden als tweede auto te wachten voor een verkeerslicht in Bussum.
Voor ons stond naar waar ik later achterkwam een Giulia.
Wat voor auto was dat???
Er stond met grote sierletters ‘Alfa Romeo’ op de kofferdeksel.
Wat een apart model auto was dat, zo totaal anders.
En mijn ogen vielen ook meteen op de uitlaat.
De uitlaten van alle andere auto’s wezen of recht naar achteren of naar beneden, maar bij deze auto zat er nog een kort knikje in en wees de uitlaat schuin naar links.
Waarom weet ik niet, maar ik vond dit zo gaaf.
Dit moment kan ik mij na zoveel jaar nog goed voor de geest halen.
Ook het bekende knikje in de kofferbak waar de Giulia beroemd om geworden is, vond ik zo mooi.
Toen het licht op groen sprong en de auto vol gas wegspoot kon de Alfa voor mij helemaal niet meer stuk.
Daar en op dat moment nestelde het virus zich bij mij voorgoed in mijn lijf en geest.
Die Alfa heb ik die dag niet meer gezien, maar de liefde voor het merk was geboren en zou alleen nog maar groeien.
Want het volgende is waar gebeurd en gaat over het moment waarop ik voor het eerst een Berlina zag.
In 1970 zat ik op het I.V.A (Instituut voor Autohandel) in Driebergen.
Ik carpoolde met drie andere jongens dagelijks van en naar school.
Bestond het woord carpoolen toen eigenlijk al?
Nu had de vader van een van de jongens een groene 1750 Berlina en zaterdags - ja, ja, we gingen toen op zaterdagmorgen nog naar school - mochten wij af en toe deze Berlina lenen.
Wat een vertrouwen had die man!
De eerste keer dat ik die auto zag, heb ik er als in trance minutenlang omheen gelopen en gekeken.
Ongelooflijk wat maakte die auto een indruk op mij!
Een lichtmetalen motorblok met dubbele carburateurs, schijfremmen rondom, twee bovenliggende nokkenassen en vijf versnellingen standaard.
Welke vierdeurs sedan had dat in die tijd?
En dan het dashboard, met die kleine kilometerteller en toerenteller, en de middenconsole met vier metertjes, prachtig!
Het meerijden naar school was een waar feest.
Ik had nooit kunnen denken dat op zaterdag naar school gaan zo plezierig zou kunnen zijn.
Het weggedrag, de acceleratie en natuurlijk het prachtige geluid.
Er waren voor mij maar weinig andere merken, die zich ook maar enigszins konden meten met een Alfa.
Toen was ik dus al over mijn oren besmet met het virus.
Ik sprak destijds met mezelf af dat ik ‘eens’ ook zo’n Alfa zou hebben.
Na de zomervakantie was onze Alfachauffeur (helaas voor ons) afgestudeerd, en was het dus met het ‘poolen’ met de Berlina gedaan.
De Berlina die ik mijzelf beloofd had, is er uiteindelijk ook gekomen.
In 1975 kocht ik een witte 2000 van drie jaar oud, die een jaar later helaas total loss ging; overigens buiten mijn schuld, maar dit terzijde.
Er ging een hele tijd, 20 jaar, en een heleboel andere Alfa’s voorbij voor ik de tweede en huidige Berlina aanschafte in 1996.
Mvg. Richard
www.berlina.nl
Een Berlinarijder doet het met een vette grijns.